Het onderwijsontwerp dat ik hieronder beschrijf is aan de hand van het 4C ID model van J. Merriënboer opgesteld.
|
4C ID model, J. van Merriënboer |
De opleiding tot verpleegkundige gebruikt het kwalificatiedossier als brondocument. Zowel de binnenschoolse als buitenschoolse settings gebruiken dit document. In het onderwijs op school wordt dit vertaald in een curriculum en in de BPV(beroepspraktijkvorming) vormt dit het uitgangspunt voor de examineringen (proeven van bekwaamheid). In de BPV werken de studenten met de proeven van bekwaamheid (PVB) om hun competenties te laten beoordelen.
Ik gebruik voor dit onderwijsontwerp één van de kerntaken die te vinden is in het dossier;
Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het verpleegplan.
Het verrichten van verpleegtechnische vaardigheden.
Ik ga hier in op één van de vele vaardigheden die de student moet leren:
- katheteriseren van de blaas;
Deze valt onder het cluster voorbehouden handelingen; Dit betekent dat de verpleegkundige hier niet zelfstandig voor bevoegd is en deze alleen in opdracht van de arts mag verrichten als zij bekwaam en bevoegd is.
In andere clusters vallen handelingen die een andere verantwoordelijkheid vragen. Hier ga ik in deze blog niet op in.
Er zijn binnen deze leertaak nog vele andere taken te onderscheiden met eenzelfde complexiteit:
Voorbehouden handelingen zijn:
- subcutaan en intramusculair injecteren;
- intraveneus injecteren;
- een perifeer infuus inbrengen;
- geneesmiddelen in opgeloste vorm toedienen via een infuussysteem /
toedieningsysteem (pomp, kolf of zakje);
- een maagsonde inbrengen;
- katheteriseren van de blaas bij mannen;
- venapunctie uitvoeren;
- hielprik bij neonaten.
Ik ga hier in dit onderwijsontwerp niet verder op in, deze taken zijn hetzelfde van opbouw als het katheteriseren van de blaas. In alle taken kunnen ze veel van de kennis en vaardigheden die ze leren in de beschreven leertaak gebruiken, denk aan hygiënisch werken, omgaan met materialen, werken volgens een protocol. Er is hierbij sprake van assimilatie en accommodatie, (zie blog acquisitie).
Overzicht leertaak katheteriseren
Competenties | Werkprocessen | Prestatie indicatoren | Vakkennis en vaardigheden |
Instructies en procedures opvolgen wat betreft het catheteriseren | Werken conform veiligheidsvoorschriften Werken conform voorgeschreven procedures Werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen
| De mbo-verpleegkundige houdt zich bij het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen aan voorgeschreven (werk)procedures en (hygiëne en veiligheids) voorschriften, ze ziet toe op de veiligheid van de zorgvrager door mogelijke risico’s te vermijden c.q. te minimaliseren en werkt binnen de wettelijke richtlijnen, zodat de verpleegtechnische handelingen bekwaam en veilig worden uitgevoerd. | complicaties farmacologie ICT Medisch tuchtrecht en andere gebieden van het gezondheidsrecht Multifarmacologie Observatietechnieken protocollen (bijv. prikaccidenten), richtlijnen en standaarden Rapporteren rekenvaardigheden Wet- en regelgeving (waaronder Wet BIG, WGBO, BOPZ, Kwaliteitswet Zorginstellingen) Wet- en regelgeving, m.b.t. hygiëne, veiligheid, ARBO, milieu, kwaliteitszorg en ergonomisch werken
|
Materialen en middelen inzetten ten behoeve van het catheteriseren
| Geschikte materialen en middelen kiezen Materialen en middelen doelmatig gebruiken Materialen en middelen doeltreffend gebruiken
| De mbo-verpleegkundige kiest voor het uitvoeren van de verpleegtechnische handelingen de juiste materialen en middelen, houdt bij de keuze rekening met de gebruiksmogelijkheden en gebruikt deze efficiënt en zorgvuldig waardoor een juiste inzet van materialen en middelen is gewaarborgd. |
Vakdeskundigheid toepassen bij het catheteriseren
| Vakspecifieke manuele vaardigheden aanwenden Vakspecifieke mentale vermogens aanwenden
| De mbo-verpleegkundige is in staat snel en accuraat te rekenen en werkt precies en bekwaam (met de handen), zodat de verpleegtechnische handelingen op een verantwoorde en juiste wijze worden uitgevoerd.
|
Om de studenten duidelijk te maken waaruit de complete leertaak bestaat beginnen we de lessen vaak met een demonstratie van de complete handeling, dit gebeurt door de docent of via een ELO waarin de handeling te zien is en voorzien wordt van een toelichting. Het schetsen van de complete leertaak bevordert onder andere de beeldvorming en hierdoor de motivatie.
Wigfield en Eccles (2000,2002) beschrijven de expectancy value theorie waarin ze uitleggen dat de waarde van de taak; het belang en het nut, samen met de verwachting van de student, waarbij hij inschat of hij in staat is de taak te volbrengen, de beliefs vormen; de motivationele opvatting van de student. De motivatie komt in het schema van K. Illeris aan bod bij de dimensie drijfveren. Voor meer informatie verwijs ik naar de blog die hierover gaat;
(http://sanva-dimensions.blogspot.com/2011/06/drijfveren.html)
Indien de studenten bekend zijn met de handeling wordt er ook wel voor gekozen dat ze zelf aan de slag gaan met oefenen. Dit heeft ook te maken met de leerstijl van de student.
De taakklassen worden opgebouwd door in het begin met een voorspelbare, laagcomplexe situatie te werken, waarbij er volgens protocol gewerkt kan worden. Aan het eind wordt er gebruik gemaakt van een complexe situatie waarin meerdere vaardigheden van de student gevraagd worden, zoals observeren, tempo in handelen, creatief denkvermogen, kritische beroepshouding etc.
De complete taak wordt ook in de beroepspraktijk geoefend en uiteindelijk beoordeeld. De begeleider/beoordelaar zorgt voor integratie van kennis, houding en de vaardigheid. Reflectie en feedback zijn vaste onderdelen in dit traject.
Deeltaken:
Deeltaken zijn in het onderwijs uitgewerkt in kleine onderdelen. Een aantal deeltaken zijn klaarzetten van materialen, voorlichten van de patiënt, anantomie en fysiologie van de urinewegen, hygiënisch werken, inbrengen van de blaascatheter, , observeren en rapporteren van de blaascatheter en urineproductie. Dit is maar een kleine opsomming.
Het opknippen van handelingen, zeker als deze complex zijn heeft als voordeel dat een cognitieve overload wordt voorkomen.
http://sanva-dimensions.blogspot.com/2011/09/acquisitie.html
Pas als de studenten de vaardigheid in de vingers hebben (geautomatiseerd) worden meerdere aspecten van de leertaak geïntegreerd zoals de gespreksvoering, wetgeving, observatietechnieken, etc. In een nog later stadium wordt deze handeling gecombineerd met andere handelingen.
Vanuit een beroepsechte situatie gevormd in een casus, moeten de studenten de handeling demonstreren en verantwoorden. En als laatste wordt de handeling in een echte beroepssituatie (de beroepspraktijkvorming) uitgevoerd en beoordeeld. Er vind dus een opbouw plaats wat betreft inhoud en complexiteit. Door deze opbouw wordt er met verschillende zorgsituaties geoefend.
En er is sprake van afname van ondersteuning, in het begin wordt er veel feedback en hulp geboden, uiteindelijk moet de student in de beroepspraktijk laten zien dat ze de handeling zelfstandig uit kan voeren. We gaan dus van geheel focussen op detail en van daaruit weer naar het geheel.
De opbouw van de taak, de afname van de ondersteuning en het oefenen in meerdere zorgsituaties dragen bij aan het verminderen van het transferprobleem.
Ondersteunende informatie:
De ondersteunende informatie wordt in bovenstaand schema aangeduid als vakkennis en vaardigheden. Tevens wordt er aandacht besteedt aan het klinisch redeneren, om beter verbanden te kunnen zien tussen observaties bij de patiënt.
Omdat de student tijdens de vaardigheidslessen in een groepje van drie studenten oefent wordt er naast de feedback door de leraar, ook feedback door de medestudenten gegeven. Dit gebeurt aan de hand van observatielijsten of protocollen
Feedback en reflecteren op de uitvoer van de handeling zijn belangrijk;, sociale omgeving, waarin duidelijk wordt dat leren van en met elkaar belangrijk is.
Zo beschrijven Ryan en Deci (2006) in hun Self Determination Theory het belang van sociale verbondenheid en Pintrich en Schunk (2002) de externe omgeving als beïnvloedende factor op de motivatie van de student. Ook Boekaerts (1993) beschrijft het belang van een veilige leeromgeving waarin de student zich thuisvoelt en geaccepteerd en waardering ervaart van medestudenten en docenten.
Ik verwijs hiervoor naar de blog over de omgeving
http://sanva-dimensions.blogspot.com/2011/09/omgeving.html
In een aantal gerichte vragen kan de student zich voorbereiden op de vaardigheid. In eerste instantie zullen de vragen worden doorgenomen door de docent. Later in de opleiding zal er tijdens de lessen, waarin de student de handeling gedemonstreerd krijgt of zelf oefent, deze kennis geïntegreerd worden door het stellen van vragen en het laten verantwoorden van de handeling die de student uitvoert.
Door de student te laten zien, voelen en horen proberen we op meerdere manieren de leertaak aan te bieden. Dit heeft een positief effect op het geheugen. Ik beschrijf dit in de blog acquisitie, schema multi media leren;
http://sanva-dimensions.blogspot.com/2011/09/acquisitie.html
en de leerpiramide van Bales in de blog interactie
http://sanva-dimensions.blogspot.com/2011/10/interactie.html
Just-in-time informatie
De Just-in-time informatie wordt gegeven tijdens het uitvoeren, door de medestudent, de leraar en instructeur. Hierbij kan het protocol van de betreffende handeling worden gebruikt. Dit geeft de mogelijkheid om vragen te stellen aan de student, waardoor zij leert zich te verantwoorden voor haar handelen en opgedane kennis te integreren. Ook geeft dit de mogelijkheid om direct bij te sturen indien dit nodig is. Gerichte feedback, belonen en opbouwende kritiek geven heeft als effect dat de student gemotiveerd wordt en blijft.
Erkenning en evaluatie is belangrijk (Pintrich en Schunk, 2002). Benadrukken dat ik als docent het vertrouwen heb dat de student het kan leren en gerichte feedback op alle vooruitgang maar ook op de verbeterpunten van de student vergroten het gevoel van competentie en autonomie.
Dit beschrijf ik in de blog drijfveren;
http://sanva-dimensions.blogspot.com/2011/06/drijfveren.html
De interactie heeft ook het effect dat de student door de groep gestimuleerd wordt om te leren (zie sociaal constructivisme in blog interactie)
http://sanva-dimensions.blogspot.com/2011/10/interactie.html
Om just in time informatie te kunnen geven is het aanwezig zijn van goede, up to date materialen en hulpmiddelen erg belangrijk. In mijn blog over omgeving schrijf ik het belang van een goed uitgerust lokaal met formulieren, protocollen, ICT, verbandmiddelen, anatomische modellen.
http://sanva-dimensions.blogspot.com/2011/09/omgeving.html
Het onderwijsontwerp inbrengen van een blaaskatheter;
Opbouw in Taakklassen | Inhoud in leertaken | sturing | Ondersteunende informatie | Just in Time |
Complete taak | Katheteriseren van de blaas bij een patiënt | Docent demonstreert de complete taak zelf of via een video, studenten kijken en stellen zo nodig vragen | Theoretische achtergrond katheteriseren; indicaties contra-indicaties complicaties verantwoordelijkheden arts en vpk materialen wet BIG begeleiding Anatomie/fysiologie
Nadien: reflectie op de demonstratie
| De docent vertelt wat ze doet en waarom. |
taak lage complexiteit veel ondersteuning | Deeltaak klaarzetten materialen Deeltaak voorlichting patiënt Deeltaak inbrengen katheter Deeltaak observeren en rapporteren Deeltaak hanteren van protocol Deeltaak werken met een steriel veld | Docent, instructeur kan deelvaardigheden demonstreren. Studenten oefenen deelvaardigheden, medestudenten ondersteunen, docent, instructeur en medestudenten geven feedback en informatie. | Theoretische achtergrond; Materialen Hygiënisch werken Inbrengen katheter Voorlichting patiënt.
Nadien: reflectie op de oefensituatie | Vragen wat de student doet en waarom, medestudenten laten aanvullen van de informatie en als docent informatie geven. |
taak lage complexiteit weinig ondersteuning | idem | Studenten oefenen deelvaardigheden, docent of instructeur zijn te consulteren. Medestudenten ondersteunen | idem | De student laten vertellen wat ze doet en waarom, medestudenten vullen aan indien nodig |
Taak hoge complexiteit, veel ondersteuning | Idem Deeltaak klinisch redeneren Deeltaak handelen bij complicaties Deeltaak kritisch omgaan met een protocol | Studenten bereiden zich aan de hand van een casus voor in groepjes. Docent kan de vaardigheid demonstreren. Indien mogelijk worden de groepjes gevormd rondom studenten met ervaring. Docent laat per groepje oefenen, stuurt bij. | Herhaling model klinisch redeneren Werken volgens protocol. Handelingsalternatieven Verbanden tussen verschillende aspecten in de zorgsituatie die in de casus worden genoemd.
Nadien: reflectie op de oefensituatie | Vragen wat de student doet en waarom, medestudenten laten aanvullen van de informatie en als docent informatie geven.
|
Taak hoge complexiteit, Weinig ondersteuning | Idem Deeltaak klinisch redeneren Deeltaak handelen bij complicaties Deeltaak kritisch omgaan met een protocol | Studenten oefenen deelvaardigheden, docent of instructeur zijn te consulteren. Medestudenten ondersteunen. | idem | De student vertelt wat ze doet en waarom. Student kan alternatieve handelingswijzen motiveren |
Zelfstandig uitvoeren complete taak | Katheteriseren van de blaas bij een patiënt | Student bereidt aan de hand van een casus de complete taak voor. Student demonstreert de complete taak Docent, medestudent geven feedback | Reflectie op de uitvoering van de oefensituatie door de student met de docent en medestudenten. | De student vertelt wat ze doet en waarom. Student kan alternatieve handelingswijzen motiveren |